Rosanne de Groot, partner bij BDO Nederland en nieuw lid van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA), herkent dit beeld helemaal. “En als ik dan nu zie hoeveel standaarden zijn gewijzigd, sinds ik jaren geleden mijn titel heb gehaald… Standaarden waar ik heel hard op heb zitten ploeteren en die ik niet meer uit mijn hoofd ken, maar waarvan ik wel weet wat de essentie is en hoe ik ze toe moet passen. Het is net als op de basisschool. Ik vind begrijpend lezen belangrijker dan perfect technisch lezen.”
In het kader van hun ‘aflossing’ komen Eveline en Rosanne (zie kaders) op een donderdagmiddag nog een keer samen, een maand nadat de eerste consultatie voor de herziening van de eindtermen is uitgezet. Een gesprek om te reflecteren op veranderingen in het vak, de uitdagingen rondom de opleiding en de noodzakelijke toekomstgerichte aanpassingen: de accountancywereld is tenslotte volop in beweging.
Geleidelijke overdracht
Na twee termijnen (en bij elkaar tien jaar) maakt Eveline sinds eind 2024 geen deel meer uit van CEA. Haar opvolger Rosanne is op 1 september jl. al toegetreden tot de commissie. Die geleidelijke overdracht was een heel bewuste keuze, omdat de huidige eindtermen momenteel worden herzien.
Eveline: “Op die manier draait Rosanne meteen mee in dit proces en kan ze meepraten over de uitgangspunten en leidende principes. Tien jaar geleden werden de eindtermen ook herzien, maar daar was de commissie bij mijn aantreden al verder mee, zodat ik niet mijn input kon leveren bij het gesprek over de uitgangspunten. En dat is wel van wezenlijk belang. Ik vond het belangrijk dat mijn opvolger die kans wel zou krijgen, vandaar dat zij eerder is begonnen.”
Opleiding en beroep aantrekkelijker maken
In de tijd dat Eveline aantrad als commissielid werkte ze nog bij PwC. “Ik werkte met veel plezier aan kwaliteitsveranderprojecten bij het vaktechnische centrale team en op controleopdrachten. Ik heb ook lesgegeven aan de VU en ken het hele proces van de praktijkopleiding bovendien als stagebegeleider. Toen de functie vrijkwam bij CEA wilde ik heel graag een bijdrage leveren. Mijn grootste motivatie was het bevorderen van de integratie tussen theorie en praktijk. Ook vanuit mijn persoonlijke frustratie dat de praktijkopleiding naast de theoretische opleiding voor studenten vaak dubbele administratie oplevert. Ik vond dat het efficiënter moest kunnen. Hoe konden we de verbinding tussen praktijk en theorie verbeteren zonder trainees onnodig te belasten?”
(tekst gaat verder onder afbeelding)
Rosanne herkent die frustratie. “Toen jij in de commissie kwam, tien jaar geleden, was ik net afgestudeerd als RA. Ik heb die dubbele last ook zeker ervaren. Trainees worden overspoeld met verslagen en administratieve verplichtingen, vanuit verschillende hoeken; van een casus voor hun hbo of universiteit en een verslag voor NBA’s praktijkopleiding tot iets voor de interne opleiding van hun eigen kantoor. Ik hoop dat de herziene eindtermen hier verandering in brengen en dat we een slag kunnen maken in efficiëntie. Daar valt nog veel winst te boeken, waardoor we de opleiding en ons beroep – wat zo leuk is! - ook aantrekkelijker maken voor de studenten. En met alle nieuwe, technologische mogelijkheden wordt ons vak juist alleen maar interessanter.”
Slimmer werken, niet harder
Een betere integratie van theorie en praktijk sluit aan bij een ander belangrijk thema in de sector, de work-life balance. “Toen ik begon was dat nauwelijks een thema, leuk voor de zomer een keer” zegt Rosanne lachend. “Je wist waar je aan begon en nam misschien bepaalde dingen noodgedwongen voor lief. Maar de huidige generatie stelt daar vragen over. Terecht ook. We moeten manieren vinden om slimmer te werken, niet harder.”
Ze vindt dat studenten moeten snappen waaróm ze iets leren en hoe dat bijdraagt aan hun werk als accountant. “Dit betekent dat eindtermen niet als een afvinklijstje moeten voelen, maar moeten helpen bij het ontwikkelen van conceptuele vaardigheden.” Daarmee bedoelt ze niet dat de opleiding makkelijker moet worden, benadrukt Rosanne. ”Het gaat niet om moeilijker of makkelijker, maar om onnodig zwaar of tijdrovend. Omdat het tot nu toe zo is, hoeft dat toch niet voor toekomstige generaties in stand gehouden te worden? Dat doet niks af aan het feit of je een goede accountant wordt. Natuurlijk blijft het een zware opleiding, maar het moet wel haalbaar en studeerbaar blijven.”
Eveline knikt instemmend. “Het leereffect blijft hetzelfde en wordt juist versterkt door het anders te in te richten in plaats dat we alles op dezelfde manier blijven doen. Het beroep wordt juist alleen maar interessanter.”
Focus op conceptueel denken
De crux voor de verdere ontwikkeling van de accountantsopleiding zit volgens Eveline en Rosanne bij de focus op conceptueel denken. “Moet je als arts bijvoorbeeld elk gewricht uit je hoofd kennen en hoe het precies werkt? Of moet je het systeem begrijpen, zodat je in elke situatie de juiste beslissing kunt nemen?” vraagt Eveline retorisch. “Bij accountancy is dat net zo. We hoeven niet alle details in de eindtermen te stoppen, maar moeten zorgen dat studenten het systeem doorgronden en kritisch kunnen nadenken.”
Rosanne vult aan: “Neem IT: wat je tien jaar geleden leerde, is nu grotendeels achterhaald. Wat we willen is dat studenten snappen wat IT betekent voor hun werk, niet alleen de specifieke systemen die vandaag in gebruik zijn. En alle nieuwe ontwikkelingen helpen bij het conceptueler denken, waardoor ons beroep alleen maar aantrekkelijker wordt. Ik wil dat trainees, en hun omgeving, over tien jaar niet meer zuchten bij de gedachte aan hun opleiding, maar dat ze enthousiast zijn over de mogelijkheden die het ze biedt.”
(tekst gaat verder onder afbeelding)
Ook data-analyse en duurzaamheid spelen een steeds grotere rol. “De controlewereld is aan het veranderen,” stelt Rosanne. “Waar we vroeger puur naar financiële cijfers keken, moeten we nu ook beoordelen of een organisatie duurzaam opereert. Dat vraagt om andere vaardigheden, zoals het herkennen van niet-financiële risico’s.” Eveline: “En dat vraagt om een andere manier van denken dan vroeger. We willen dat accountants leren leren. Dat ze zich kunnen aanpassen aan veranderingen in het vak, zonder dat ze vastzitten aan verouderde kennis.”
De beweging is ingezet
De bevlogenheid waarmee Eveline praat, wekt de suggestie dat ze haar (com)missiewerk nog niet helemaal los heeft kunnen laten. Ze lacht. “Dat klopt ook wel een beetje. Ik heb nou eenmaal veel passie voor dit beroep en ik zie hoe de integratie tussen theorie en praktijk steeds relevanter wordt. Dat vind ik best lastig om los te laten, omdat ik altijd die volgende stap wil zetten. Vlak na mijn vertrek hebben we onder stakeholders de uitgangspunten voor de herziening voorgelegd en dan ben ik wel benieuwd naar de reacties. Ik blijf het interessant vinden om te volgen, maar in een zwart gat ben ik niet gevallen, hoor. En ik heb alle vertrouwen in mijn opvolging.” Het advies dat ze Rosanne heeft meegegeven, is: droom groot, maar neem kleine stappen. “Grote veranderingen kosten tijd, maar door te blijven bouwen aan een sterke en toekomstbestendige opleiding, maken we uiteindelijk echt een verschil. De beweging is al ingezet!”
“Maar we doen het als CEA niet alleen”, benadrukt Rosanne. “We hebben alle stakeholders nodig, van de kantoren en de opleidingen tot de NBA, de Raad voor de Praktijkopleidingen en natuurlijk de trainees zelf. Ik hoop dat die over vijf jaar zeggen: ja, het is een pittige opleiding, maar het is ook leuk en haalbaar, je kunt er ook een leven naast hebben. Daarbij vind ik het ook heel belangrijk om de accountantsopleiding en ons mooie beroep toegankelijk te maken voor een brede en diverse groep ambitieuze studenten!”