Arjan, je vervult verschillende rollen in de accountancy en daar komt commissielid van CEA nog bij. Wat geeft jou energie? Waar haal je in jouw dagelijks werk de meeste voldoening uit?
“Ik denk dat juist de grote diversiteit en afwisseling ervoor zorgt dat ik veel energie krijg van mijn werk. Van inhoudelijk bezig zijn met complexe vraagstukken tot het opleiden en begeleiden van aankomende talenten en het optimaal faciliteren van controleteams. Ieder aspect vraagt andere kwaliteiten en geeft op een andere manier voldoening.”
Als je terug kijkt op je eigen opleiding tot accountant, waar denk je dan aan terug? Welk specifiek moment of inzicht herinner jij je dan?
“Ik denk vooral met plezier terug aan de discussies over het beroep tijdens colleges. Niet stoppen bij het kennisnemen van de regels, maar juist daarover discussiëren. Over de logica en onlogica ervan. Een accountant moet niets ‘for granted’ nemen, maar pas stoppen met vragen stellen als hij of zij het echt begrijpt.”
Nu ga je als commissielid zelf over de accountantsopleiding. Wat deed je besluiten om commissielid te worden bij CEA?
“Een goede opleiding van accountants is cruciaal voor het beroep. De ontwikkelingen in het beroep, zoals de nieuwe vereisten ten aanzien van (assurance bij) niet-financiële informatie, toepassing van technologie en maatschappelijke ontwikkelingen en verwachtingen vragen om continue herijking daarvan. Daar wil ik graag aan bijdragen, niet alleen via mijn eigen universiteit en kantoor maar ook voor het beroep in de breedte.”
(tekst loopt verder onder de afbeelding)
Wat zijn naar jouw mening de belangrijkste vaardigheden waarover de nieuwe generatie accountants zou moeten beschikken – en waarom juist die?
“De belangrijkste vaardigheid is het stellen van vragen, goed luisteren en vervolgens doorvragen. Zoals ik hiervoor al aangaf moeten accountants nooit stoppen met vragen stellen. En opleiders en kantoren moeten de omgeving creëren waarin mensen die vragen durven te stellen.”
Er wordt steeds meer gevraagd van de accountant deze dagen, ook van de accountantsopleiding. Op welke manier kunnen de opleidingen aantrekkelijk en voldoende studeerbaar worden gehouden volgens jou?
“Als je kijkt wat een accountant allemaal moet kunnen dan heb je het eigenlijk al over een schaap met vijf poten. Daar komen continu weer suggesties bij voor aspecten die eigenlijk ook nog opgenomen zouden moeten worden in de opleiding. Ik denk dat we voortdurend moeten zoeken naar het evenwicht tussen de theoretische opleiding, de praktijkopleiding en de permanente educatie daarna. Ik denk niet dat een accountant per se alles hoeft te weten wanneer hij of zij de RA of AA titel behaalt. Zolang we ervoor zorgen dat accountants zich bewust zijn van hun beperkingen en dat ze zich bijscholen en/of laten ondersteunen wanneer ze tegen de grenzen van hun expertise aanlopen. Permanente educatie speelt daarbij een belangrijke rol. En uiteindelijk is de aantrekkelijkheid van het accountantsberoep natuurlijk in grote mate bepalend voor de aantrekkelijkheid van de opleiding.”
Wat is in dat geval volgens jou nodig om mensen oprecht te enthousiasmeren voor het accountantsberoep?
“Ik denk dat het daarvoor alleen al helpt als mensen meer zien van wat het werk echt inhoudt. Intellectueel uitdagend werk, veel afwisseling, interactie met mensen en maatschappelijke relevantie. Wat wil je nog meer?”
(tekst loopt verder onder de afbeelding)
Wat zijn– al dan niet op jouw vakgebied - de uitdagingen voor CEA de komende vijf jaar? Welke uitdagingen zie jij voor je als commissielid?
“Er zijn veel ontwikkelingen die een plek zullen moeten krijgen in de opleiding, theorie of praktijk. De uitdaging voor de CEA is om daar richting aan te geven en tegelijkertijd de opleiders en kantoren zoveel mogelijk in staat te stellen hier hun eigen unieke signatuur aan te geven.”
Vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit interview? Neem dan contact met ons op via info@cea.nl.